Slechte natuurwetenschap: natuurnatuurwetenschappen leren uit de media Teach article

Vertaald door Piet Das. Hoe weet je wat je moet geloven als je de krant leest? Ed Walsh begeleidt u en uw leerlingen door het mijnenveld van de natuurwetenschap in de media.

Figuuren met dank aan Selitbul
/ iStockphoto

Natuurwetenschap is overal om ons heen – maar hetzelfde geldt voor pseudo-natuurwetenschap. Weinigen van ons lezen de oorspronkelijke onderzoeks- publicaties achter elk ‘natuurwetenschappelijk’ verhaal, dus hoe weten we wat we moeten geloven ? En waarom zijn niet alle verhalen over de natuurwetenschappen in de media betrouwbaar? Deze klassenactiviteit is erop gericht om leerlingen te leren:

  • Het verschil tussen observationele en interventiestudies
  • Waarom we nauwkeurig moeten onderzoeken of berichten in de media over de gevolgen voor de gezondheid in verband met verschillende aspecten van de voeding wel juist zijn
  • Dat de beslissing om van levensstijl te veranderen vaak afhankelijk is van een reeks verschillende factoren.
Gothenburg, Zweden
Figuuren met dank aan
jaime.silva; beeldbron: Flickr

Inleiding

  1. Vraag de leerlingen zich voor te stellen dat ze hebben besloten om te emigreren. Ze gaan wonen en werken in een van de volgende regio’s: Zweden / landelijk Griekenland / Melbourne, Australië. Laat leerlingen plaatjes zien van deze regio’sw1.
  2. Ze zouden in kleine groepjes moeten bespreken wat er allemaal anders zou kunnen zijn bij het leven in deze omstandigheden zoals vervuiling, voeding, gezondheidszorg, tempo van het leven, voorspoed, soorten werkgelegenheid en klimaat.
  3. Leg uit dat na een aantal jaren het ontstaan van rimpels bij hen heel natuurwetenschappelijk zal worden gemeten. Welke van de factoren die ze hebben ontdekt zouden verschil kunnen maken bij het meer of minder ontstaan van rimpels? Veronderstel dat er een aantal oorzaken zijn.

Het is vaak moeilijk om uit te zoeken welke van de vele mogelijke oorzaken een bepaalde uitkomst geven, zoals rimpelvorming, vooral als enkele van de mogelijke oorzaken onderling verband houden met elkaar. In een natuurwetenschappelijke studie proberen we maar één ding per keer te veranderen. Dat kan soms moeilijk zijn en we moeten manieren bedenken om rekening te houden met dit nadeel of overwegen een ander soort onderzoek te doen.

Landelijk Griekenland
Figuuren met dank aan venetia
koussia; beeldbron: Flickr

Belangrijkste activiteit

  1. Vraag de leerlingen zich voor te stellen dat ze werken als natuurwetenschappers en dat hen wordt gevraagd om onderzoek te doen naar het gebruik van olijfolie in de voeding van mensen om zo rimpelvorming te verminderen. De hypothese is dat “meer olie-consumptie leidt tot minder rimpels”.
  1. Vraag leerlingen te beslissen hoe ze zo’n onderzoek kunnen opzetten. Laat hen nadenken over factoren als:
    • De groepsgrootte
    • Hoe je een eerlijke test uitvoert
    • Hoe je de variabelen bepaalt
  2. Welke problemen zijn er als je zo’n onderzoek uitvoert?

Leg uit dat er twee belangrijke soorten onderzoek zijn die natuurwetenschappers kunnen gebruiken om deze vraag te beantwoorden: een observationele studie en een interventiestudie. Studies zijn observationeel als natuurwetenschappers mensen vinden en bestuderen die de verandering in hun leven al toepassen (b.v. Wie gebruikt olijfolie in zijn voeding en wie niet?).

Melbourne, Australië
Figuuren met dank aan Oliver
Brunner; beeldbron: pixelio.de
  1. Vraag de studenten na te denken over de voor- en nadelen van dit soort onderzoek.
    Leg uit dat observationele studies bestaand gedrag gebruiken, zodat ze weliswaar goedkoop en gemakkelijk te doen zijn, maar dat het moeilijk kan zijn om bepaalde variabelen te isoleren. Mensen in de werkgroep kunnen heel goed verschillende hoeveelheden olijfolie in hun dieet hebben, maar er zullen vrijwel zeker veel andere verschillen zijn. Hierdoor kan het erg moeilijk zijn om duidelijk te krijgen in welke mate de aanwezigheid van olijfolie de belangrijkste factor is bij het voorkomen van rimpelvorming.

Leg uit dat je te maken hebt met interventiestudies (“testen”) als de natuurwetenschappers de variabelen bepalen (bijvoorbeeld: Jij krijgt olijfolie in je voeding, maar hij niet ).

  1. Vraag de leerlingen ook weer wat zij denken wat de voor-en nadelen van dit soort onderzoek zijn.
    Ideeën zouden ook moeten inhouden dat de interventiestudies een veel betere controle van variabelen mogelijk maken en dat de groepen in evenwicht gebracht kunnen worden om zo andere variabelen uit te sluiten. Ze zijn echter duurder om uit te voeren en kunnen onethisch zijn: stel dat je roken op deze manier zou onderzoeken. Ze kunnen ook langer duren: als je het effect van je hele leven olijfolie gebruiken op de levensverwachting wil onderzoeken, zou je je experiment moeten beginnen met kinderen, en misschien tot 70 jaar moeten wachten tot je je antwoorden hebt
  1. Ga terug naar de onderzoeken die door de studenten voorgesteld zijn en vraag hen om te bepalen welk type onderzoek zij hebben gebruikt.
Kan de consumptie van meer
olijfolie het ontstaan van
rimpels stoppen?

Figuuren met dank aan James
Peacock; beeldbron: Flickr

Leg uit dat in 2001 een uitgebreid natuurwetenschappelijk onderzoek gedaan is naar de rimpelvorming bij mensen die in Zweden, Griekenland en Australië woonden en dat je de bevindingen gaat delen met anderen. Afhankelijk van de leeftijd en het vermogen van de leerlingen kun je dit doen op één (of meer) drie verschillende manieren :

  • Licht het mondeling toe, door de belangrijke punten op het bord te zetten
     
  • Geef de leerlingen kopieën van de geredigeerde uitkomsten (leerling werkblad 1, die ook kan worden gedownloadw2)
     
  • Geef leerlingen kopieën van het originele onderzoekspaper (br Purba et al., 2001).
     
  1. Vraag de leerlingen om in groepen te werken en verder na te denken over wat de onderzoeken lieten zien
    • Was dit een observationeel of een interventie onderzoek?
    • De studie vond een verband tussen kenmerken van de voeding van mensen en de mate van rimpelvorming die ze hadden. Dat zou kunnen zijn omdat verschillende diëten rimpelvorming in verschillende mate veroorzaken. Maar welke alternatieve verklaringen zijn er? Zijn er factoren die onafhankelijk van elkaar in verband zouden kunnen worden gebracht met zowel voeding als rimpels, zoals sociale klasse, buitenshuis werken, blootstelling aan zonlicht, roken, en ga zo maar door ? ( In dit geval zouden natuurwetenschappers deze alternatieve verklaringen “verstorende variabelen” noemen. )
    • Heeft dit onderzoek aangetoond dat het veranderen van je dieet helpt om minder rimpels te krijgen?
       
Figuuren met dank aan Helene
Souza; beeldbron: pixelio.de
  1. Vraag de leerlingen om in kleine groepen te werken. Elke groep moet een kort stukje tekst ( niet meer dan 50 woorden ) voor een lokale krant schrijven op basis van dit rapport.

    De redacteur heeft duidelijk gemaakt dat ze iets willen onderzoeken over hoe lezers van de zomerzon kunnen genieten zonder erdoor te worden beïnvloed. De redacteur gelukkig houden zou moeilijk kunnen zijn omdat het onderzoek tekortkomingen heeft en geen duidelijk antwoord geeft. De stukken moeten met grote letters worden geschreven op papier en opgehangen in de ruimte.
     

  2. Vraag de leerlingen om elkaars werk te beoordelen en geef elk stuk twee punten (van de vijf): een punt voor ‘ hoe betrokken het is ‘ en de andere voor ‘ hoe accuraat het is ‘.
  3. Leg de leerlingen de samenvatting uit de Daily Mirror voor (“Bescherming tegen de zon op je bord”, leerling werkblad 2, die onderw2), ook kan worden gedownload), een onderdeel van een langer artikel met een reeks tips voor het verbeteren van voeding. Vraag de leerlingen om te bespreken in hoeverre het artikel de waarheid dicht benaderd. Benadruk dat we niet zeggen dat olijfolie niet goed voor je is, maar dat de vraag is of deze conclusie volledig gerechtvaardigd is.

     

    Figuuren met dank aan wrw;
    beeldbron: pixelio.de
     

    Sommige studenten zouden kunnen vinden dat als nieuwsverhalen goede raad verpakken in een vrij droog onderzoekspaper, ze het toch toegankelijk maken voor een breed scala aan mensen. Anderen zouden het gevoel kunnen hebben dat het niet zo simpel is en dat als je een gladdere huid op oudere leeftijd wil, je iets meer zou moeten doen dan alleen meer olijfolie consumeren. Sommigen denken misschien dat het verhaal vereenvoudigen om het toegankelijk te maken en het weglaten van voorbehouden, het toch ook misleidend maakt.
     

  4. Vestig de aandacht op de samenvatting van het onderzoekspaper, waarin staat dat “Deze studie laat zien dat rimpelvorming in een omgeving waar je wordt blootgesteld aan de zon, bij oudere mensen van verschillende etnische achtergronden kan worden beïnvloed door het soort levensmiddelen dat wordt geconsumeerd.” Herinner de studenten aan de “verstorende variabelen” die ze eerder in de les ontdekt hebben en vraag hen in hoeverre zij het in hun rapport of in die van de Daily Mirror hebben herkend.
     
  5. Vraag de leerlingen om in tweetallen te werken om de voors en tegens van de observationele en interventiestudies op te schrijven.

Take a show of hands – if students saw the newspaper headline tomorrow, ‘Scientific study shows butter causes skin cancer’, would they stop eating butter immediately?

 

Leerling werkblad 1: Samenvatting van de conclusies uit het onderzoekspaper

Deze studie (br Purba et al., 2001) werd uitgevoerd om te zien of er een correlatie bestaat tussen de opname van verschillende voedingsmiddelen en voedingsstoffen en rimpelvorming op plaatsen met grote hoeveelheden zonlicht.

De studie omvatte vier groepen:

Groep 1: 177 mensen geboren in Griekenland maar nu woonachtig in Melbourne, Australië

Groep 2: 69 mensen geboren in Griekenland en nu woonachtig op het platteland van Griekenland

Groep 3: 48 Anglo-Keltische Australiërs die in Melbourne wonen

Groep 4: 159 mensen geboren in en nog steeds woonachtig in Zweden.

Ze deden mee aan de “International Union of Nutritional Sciences” studie over “Voedingsgewoonten op latere leeftijd”. Van hen is de voedselopname gemeten en hun huid beoordeeld.

De resultaten toonden aan dat Groep 4 de minste rimpels ontwikkelde in een zonnige omgeving, gevolgd door Groep 1, 2 en 3. Analyse van de gegevens en het bestuderen van de correlaties bij de voedselgroepen suggereren dat er minder beschadiging van de huid zou kunnen zijn bij mensen met een hogere opname van groenten, olijfolie, vis en peulvruchten en een lagere opname van boter en margarine, zuivelproducten en suikerproducten.

Hoge opname van groenten, peulvruchten en olijfolie leek bescherming te bieden tegen rimpels terwijl een hoge inname van vlees, zuivel en boter het tegenovergestelde effect leek te hebben.

Deze studie maakt duidelijk dat het ontstaan van rimpels in een zonnige omgeving bij oudere mensen van verschillende etnische achtergronden zou kunnen worden beïnvloed door het soort geconsumeerde levensmiddelen.

 

Leerlingwerkblad 2: Het artikel uit de Daily Mirror

Bescherming tegen de zon op je bord!

Door Angela Dowden 13/06/2006

Met temperaturen die stijgen tot recordhoogte is het van vitaal belang om jezelf te beschermen tegen zonnestralen. Hieronder voedingsmiddelen die kunnen helpen…

Met een paar eenvoudige wijzigingen in je dieet kun je je huid helpen beschermen tegen zonnebrand, veroudering en zelfs kanker. Natuurlijk moet je je zonnebrandlotion opdoen en een hoed, en in de schaduw blijven tijdens het heetst van de dag, maar lees hieronder hoe je een aantal SPF ‘s [zonnebeschermingsfactoren] op je bord krijgt…

Olijfolie

In een Australische studie uit 2001 bleek dat olijfolie ( in combinatie met fruit, groenten en peulvruchten [groenten] ) meetbare bescherming tegen rimpelvorming gaf. Eet meer olijfolie door het te gebruiken in saladedressings of dip brood in olijfolie in plaats van in boter.

 

“Bad science” (Slechte natuurwetenschap) is goed voor natuurwetenschappen op school

“Bad Science/ Slechte Natuurwetenschap” is een boek (Goldacre, 2008), een krantencolumn in The Guardian en een websitew3 door Ben Goldacre, een prijswinnende schrijver en presentator, die is gespecialiseerd in het tornen aan twijfelachtige natuurwetenschappelijke claims van paniekzaaiende journalisten, onbetrouwbare overheidsrapporten, kwaadwillende farmaceutische bedrijven, reclamebureaus en kwakzalvers. Hij promoot een gezonde scepsis om zo krachtig en effectief gebruik van natuurwetenschappen op te sporen en tevens het oneigenlijke gebruik en misbruik ervan.

Ed Walsh, natuurwetenschappelijk adviseur voor “Cornwall learning”, heeft acht van de case studies uit het boek genomen en ze in lessen omgezet aan leerlingen (in de leeftijd 14-16) om ze zo op te wekken en hen aan te moedigen om voor zichzelf te denken en de “Bad Science” aanpak te gebruiken. Om de rest van het lesmateriaal te downloaden bezoek dan de website van “Bad Science for Schools”w4.

 


References

  • br Purba, M et al. (2001) Skin wrinkling: can food make a difference? Journal of the American College of Nutrition 20(1): 71–80
  • Goldacre B (2008) Bad Science. London, UK: Harper Collins. ISBN: 9780007240197

Web References

  • w1 – Een werkblad met plaatjes van het platteland van Griekenland, Melbourne en Zweden die in dit artikel gebruikt zijn is hier te downloaden in Word® of PDF formaat.
  • w2 – Je kunt de leerlingwerkbladen hier downloaden:
  • w3 – Kijk op de “Bad Science”website om Ben Goldacre’s krantencolumn te lezen: www.badscience.net
  • w4 – Om de acht “Bad science for schools” lesplannen te downloaden ga je naar: www.collinsnewgcsescience.co.uk/badscience

 

Resources

Author(s)

Ed Walsh is een curriculum ontwikkelaar met ervaring in het werken met leraren, scholen, lokale overheden en nationale agentschappen. Als Natuurnatuurwetenschappelijk Adviseur voor Cornwall Learning geeft hij ondersteuning en begeleiding aan scholen in Cornwall, VK, over de ontwikkeling van onderwijsprogramma’s in het algemeen en natuurwetenschap in het bijzonder, met inbegrip van het schrijven en bewerken van materiaal voor gebruik in de klas en bij de ondersteuning van leraren.

Review

Dit artikel stelt studenten in staat om natuurwetenschappelijk te leren denken over wat ze lezen of horen in de media. Te beginnen met een rollenspel, leidt de activiteit tot nadenken en groepsdiscussie. De activiteit heeft betrekking op de spijsvertering en gezondheid en zou daarom geschikt zijn voor biologielessen, maar de opzet van de activiteit kan worden gebruikt in elke (natuur)natuurwetenschappelijke les om kritisch denken te stimuleren.

Voor studerenden van 14-16 jaar zou de activiteit kunnen worden gebruikt zoals is beschreven. Voor jongere leerlingen (leeftijd 11-13) zou dit artikel de docent kunnen aanmoedigen om media voorzichtig te gebruiken om zo leerlingen zich bewust te laten worden van natuurwetenschappelijke onderwerpen of als basis dienen voor discussies in de klas over onderwerpen gerelateerd aan het curriculum.

Aan het einde van de activiteit kan een klasgesprek boven het natuurnatuurwetenschappelijk leerplan uitstijgen, waarbij het onderzoeken van de implicaties van een dieet, blootstelling aan de zon en cosmetische chirurgie onderzocht worden.

Stephanie Maggi-Pulis, Malta

License

CC-BY-NC-SA